Informatie over autostoeltjes

Veelgestelde vragen over autostoeltjes

"Hoe weet ik of mijn auto isofix-bevestigingspunten heeft?"
Oudere auto's hebben vaak geen isofix-bevestigingspunten. Ook bij nieuwere auto's is isofix niet even goed zichtbaar. Bij sommige auto's wordt de plek van het bevestigingspunt met behulp van een labeltje of een knoopje aangeduid. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing en/of de website van de fabrikant van het autostoeltje om hiervan zeker te zijn.

"Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een veilig kinderzitje?"
Allereerst moet een kinderzitje goedgekeurd zijn (volgens de wettelijke minimumnorm: ECE-reglement 44/03 of 44/04). Daarnaast zijn een goede bevestiging en het juiste gebruik van een zitje (met de rijrichting mee of tegen de rijrichting mee) erg belangrijk.

"Is een tweedehands autostoel ook veilig?”
Indien je 100% zeker weet dat er nooit een ongeluk mee is gebeurd, is een tweedehands kinderzitje dat tevens ook goedgekeurd is - volgens het ECE-reglement 44/03 of 44/04 - nog veilig. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij het stoeltje of er geen onderdelen missen.

Welk autostoeltje is geschikt?

Ieder autostoeltje is speciaal gemaakt voor een bepaalde leeftijds- en gewichtsklasse. Voor autostoeltjes wordt een indeling in groepen gehanteerd, op basis van leeftijd en gewicht van een kind:

Let op:
Per fabrikant verschillen de leeftijds -en gewichtseisen wel enigszins.

Europese veiligheidseisen voor autostoeltjes

Vanaf 1 maart 2006 gelden er nieuwe regels voor de veiligheid van kinderen in de auto. Basisregel is dat alle kinderen kleiner dan 1,35 meter zowel voorin als achterin een goedgekeurd zitje of een goedgekeurde zittingverhoger moeten gebruiken.
Alle officieel in Nederland aangeboden autostoeltjes moeten zijn voorzien van een goedkeuring. Goedgekeurde producten zijn voorzien van het keurmerk ECE R44/03 of R44/04. De aangepaste regelgeving voor het vervoer van kinderen in de auto geldt in alle landen die aangesloten zijn bij de Europese Unie, maar er kunnen wel verschillen in regelgeving zijn. Zo moeten in sommige landen kinderen onder de 1,50 m, in plaats van onder de 1,35 m, een kinderzitje gebruiken.

Isofix en andere bevestigingssystemen

Hoe je het autostoeltje moet bevestigen in de auto heeft o.a. te maken met het merk van de auto. Een aantal merken heeft een speciaal aansluitsysteem voor autostoeltjes, Isofix genaamd.
Door deze Isofix-bevestigingspunten komen er geen autogordels meer aan te pas. Heeft jouw auto geen Isofix-bevestigingspunten, dan moeten er op de achterbank autogordels voor bevestiging aanwezig zijn. Let er op dat de gordels lang genoeg zijn. Zijn ze niet lang genoeg, laat ze dan door een erkende dealer vervangen. Vraag dit bij de dealer na of raadpleeg de gebruiksaanwijzing van je auto of dit in jouw auto mogelijk is en welke autostoeltjes hiervoor geschikt zijn. Deze informatie vind je ook in de gebruiksaanwijzing en/of op de website van de fabrikant van het autostoeltje.

Instructies fabrikant
Vanwege de veiligheid is het erg belangrijk de instructies voor het bevestigen van het autostoeltje goed op te volgen. Waar de meeste fabrikanten op zullen wijzen is de aanwezigheid van airbags in de auto. Een Maxi-Cosi mag bijvoorbeeld nooit geplaatst worden bij een frontale airbag, maar ook de aanwezigheid van een side-airbag is af te raden voor kinderen onder de 12 jaar. Het is tevens verboden om een (baby-)autostoeltje achterstevoren (tegen de rijrichting in) op de voorstoel te plaatsen, indien een auto vóór de passagiersstoel een airbag heeft. Tenzij de airbag is uitgeschakeld.

Wanneer een zittingverhoger gebruiken

Het is tijd om over te stappen van een autostoeltje naar een zittingverhoger wanneer je kind zwaarder wordt dan het aangegeven gewicht op het autostoeltje. Ook als het kind in de lengte is gegroeid en geen steun meer bij het hoofd heeft, is het verstandig om een zittingverhoger aan te schaffen. De lengte van een kind is belangrijk bij aankoop van een zittingverhoger. Kinderen groter dan 1,35 meter kunnen vaak beter ook een zittingverhoger gebruiken.
Een zittingverhoger is veiliger dan alleen de gordel. Zorg dat het diagonale gedeelte van de gordel niet in de hals snijdt en laat de heupgordel over de heupen lopen en niet over de buik. De gordel kan gestuurd worden door een bijbehorende gordelgeleider of een (afneembare) rugleuning.
Bij sommige autostoeltjes is het mogelijk om de rugleuning af te nemen. Op deze manier verandert het autostoeltje in een verhoogzitje.

Achteruitkijkende zitjes

Het is veiliger als het kind met de rug in de rijrichting zit. In achteruitkijkende zitjes wordt het hoofd en de nek van het kind bij een frontale botsing aan veel lagere krachten blootgesteld. Daarom is het beste om te wachten tot het kind zwaar genoeg is (meer dan 13 kg voor een 0+ stoeltje) of te lang (als het hoofdje boven de rand van het stoeltje uitkomt) voor het vervoeren in een "vooruitkijkend" zitje.

Combimodellen

Sommige merken bieden de mogelijkheid om een combinatie aan te schaffen van een kinderwagen met autostoeltje en/of reiswieg. Een voordeel hiervan is dat deze combinatie met je kind meegroeit. Eerst kun je de reiswieg bevestigen op de kinderwagen en later het autostoeltje. Dit wil zeggen dat alle onderdelen uitwisselbaar zijn en dat ze onder de term combimodellen worden verkocht.