Informatie over rookmelders
De rookmelder waarschuwt je, bijvoorbeeld als je slaapt, dat er rookontwikkeling is. Hoe sneller een brand ontdekt word, des te meer tijd en kans je hebt om je woning veilig te verlaten. Neem geen risico en schaf een rookmelder aan. We onderscheiden drie soorten rookmelders: de optische rookmelder, de ionisatierookmelder en de combimelder.
Optische rookmelder
Een optische rookmelder zendt een lichtbundeltje uit dat door een lichtgevoelige cel wordt opgevangen. 
Als er zich rook in het lichtbundeltje bevindt dan komt het licht niet tot de cel en kan het dus niet worden opgevangen. De rookmelder detecteert dit probleem en slaat alarm. Het merendeel van de branden, vooral in woningen, ontstaat vanuit een smeulbrand die zich vervolgens tot een grote open brand ontwikkelt. Rookdeeltjes bij een smeulende brand zijn betrekkelijk groot omdat ze niet volledig verbranden. Een optische rookmelder zal grotere deeltjes eerder detecteren dan een ionisatiemelder en dus eerder alarm slaan bij een beginnende brand.
Combimelder
De combimelder is een gecombineerde koolmonoxide- en optische rookmelder.<
Deze waarschuwt met een luid alarm als er teveel koolmonoxide in huis is of wanneer hij rook detecteert. De alarmtonen voor beide gevaren verschillen van elkaar. Deze combimelder is ideaal voor plaatsing op de overloop en in de hal, meestal tussen de kachel en de slaapkamer in. Raadpleeg altijd de gebruiksaanwijzing wanneer je de combimelder plaatst.
Batterij of lichtnet
Zowel de optische, ionisatie- als combirookmelders bestaan in een uitvoering met batterijen of met lichtnetaansluiting. Rookmelders met batterijen (9 volt) zijn gemakkelijk te installeren. Sommige batterijen moeten na circa een jaar vervangen worden, andere gaan vele jaren langer mee. Het is zeer sterk aan te raden om een rookmelder aan te schaffen die is uitgerust met een 'batterij leeg' -signalering. Dat is een signaal dat gedurende minimaal 30 dagen regelmatig te horen is zodra de batterij aan vervanging toe is. Rookmelders die via netspanning worden gevoed hebben het voordeel dat je geen batterijen hoeft te vervangen. Het nadeel is dat ze niet werken als de stroom uitvalt (kortsluiting, brand) tenzij de melder is uitgerust met een noodstroomvoorziening. Dat is een batterij die in werking treedt als de stroom is uitgevallen.
Plaatsing en type woning
Hang een melder aan het plafond, zoveel mogelijk in het midden en meer dan een halve meter van de wanden af. Is er geen mogelijkheid tot plaatsing aan het plafond, dan kan deze op de wand op ongeveer vijftien centimeter afstand van het plafond. Plaats de melders niet bij een sterke luchtstroom zoals bijvoorbeeld bij een luchtrooster, klapraam of boven een radiator. De rookmelders reageren op zwevende deeltjes. Dat kan rook zijn, maar ook stof of waterdamp. De keuken en de douche zijn daarom geen goede plekken. De melder is eenvoudig te bevestigen met de bijgeleverde schroefjes. Reinig de rookmelder minimaal eenmaal per jaar door er met een stofzuiger langs te gaan.
Bij woningen met één bouwlaag (bijvoorbeeld een flatwoning of bungalow) is één rookmelder in de meeste gevallen voldoende. De beste plaats is in een hal of gang waar de meeste kamers op uitkomen. Bij woningen met twee woonlagen is het verstandig om op iedere verdieping één rookmelder te plaatsen. Bij voorkeur bovenaan de trap tegen het plafond op de slaapverdieping. Voor een maximale beveiliging ongeacht het aantal woonlagen kun je in iedere ruimte waar regelmatig personen verblijven een melder plaatsen. Denk met name aan de woonkamer, slaapkamer(s) en iedere ruimte waar zich een elektrisch apparaat bevindt. Gebruik bij voorkeur melders die gekoppeld kunnen worden. Als er dan een melder rook detecteert gaan alle melders in alarm zodat iedereen in huis gewaarschuwd wordt. Plaats een melder in de 'doorgangskamer' bij ruimtes die je alleen via een andere kamer kunt verlaten. Ook op slaapkamers waar gerookt wordt of waar zonder toezicht elektrische apparaten worden gebruikt, is een melder aan te raden.
-
1
-
2
-
3
